OVER ETSEN EN GRAVEREN

1989 Grossartig (39K)

Stukje geschiedenis

Ets en gravure zijn twee manieren om een voorstelling in een oplage te drukken. Beide zijn aan het eind van de Middeleeuwen ontwikkeld zo tussen 1400 en 1500, zonder dat helemaal duidelijk is door wie dat is gebeurd en op welke manier. Wel is het duidelijk wat de voorgangers waren van deze druktechnieken. De houtsnede is duidelijk honderden jaren ouder maar de techniek is zo verschillend dat er zeker geen directe lijn is naar ets en gravure. Ets en gravure hebben hun techniek geleend van de edelsmeden en de wapensmeden.
De technieken

Voor een goed begrip is een korte toelichting op de techniek nodig. Voor een houtsnede wordt een deel van het houtblok weggesneden, bij de linosnede van tegenwoordig gebeurt hetzelfde. Wat bij het houtblok wordt weggesneden blijft wit bij het drukken, want de inkt wordt boven op het blok aangebracht. Bij een ets of een gravure wordt een groef in de metalen plaat gemaakt en daarin komt de inkt. De stap van houtsnede naar gravure is dus niet direct voor de handliggend.

De techniek van het graveren is misschien wel duizenden jaren ouder dan de eerste gravure. Bij graveren krast of snijdt men met een naald of beitel in het metaal. Deze techniek gebruikten edelsmeden al vele eeuwen voor het versieren van sieraden en dergelijke. Ook het vullen van de groeven om het contrast met het omliggende metaal groter te maken, is voor de handliggend want dat gebeurt ook vanzelf bij het dragen van een sieraad.

Een vergelijkbare techniek gebruikten de wapensmeden om harnassen, zwaarden en dergelijke te versieren. Mogelijk is de eerste gedrukte gravure ontstaan doordat een wapensmid een goed gelukte versiering op een borstkuras op papier wilde afdrukken. Daarbij heeft hij een aantal onverwachte problemen moeten oplossen. Een pers die houtsnedes afdrukt hoeft maar heel weinig druk te hebben, want de inkt ligt boven op het blok. Maar bij een gravure ligt de inkt in de groef en moet het papier dus met grote druk in de groef worden geperst om de inkt op te pikken. De wapensmid moest dus ook een nieuwe en veel zwaardere pers uitvinden.

Het verschil tussen etsen en graveren zit in de manier waarop de lijn in het metaal wordt gemaakt. Bij de gravure wordt met kracht een lijn in het metaal gesneden, tegenwoordig meestal met een v-vormig beiteltje. Bij de ets wordt de metalen plaat bedekt met een waslaag en met een naald tekent de etser door de waslaag heen. In tegenstelling tot graveren kost dit geen kracht en kunnen soepele, vlotte lijnen worden gebruikt. Daarna gaat de plaat in een zuurbad en het zuur bijt een groef waar de naald de waslaag heeft weggehaald. Het drukken gaat net als bij de gravure. Ook het etsen van lijnen was niet nieuw rond 1500, ook deze techniek was waarschijnlijk al honderden jaren in gebruik bij de wapensmeden. Het lijkt erop dat de pers het moeilijkste deel was.

Beroemde etsers

De eerste gravures werden waarschijnlijk gemaakt voor heiligenprentjes en speelkaarten. Een van de eerste graveurs wordt de Meester van de Speelkaarten genoemd en hij werkte rond 1440 in Duitsland. Daarna volgen er snel een groot aantal Duitse en Nederlandse graveurs en al voor 1500 is de techniek over heel Europa bekend. Albrecht Dürer was de eerste grote en beroemde graveur. Hij maakte ook een groot aantal houtsneden en zelfs een klein aantal etsen. Dürer was een tijdgenoot van Lucas van Leyden, de eerste grote graveur in Nederland. De twee hebben elkaar in 1521 ontmoet en bijna hun complete grafische werk geruild!

Het etsen is later van de grond gekomen dan de gravure. De etsen die Dürer maakte waren in ijzer gebeten en dat geeft wat grove, brokkelige lijnen. Mogelijk dat hij er daarom niet mee door is gegaan. Lucas van Leyden kwam op het idee om in plaats van ijzer koper te gebruiken en toen was de basis voor de etstechniek eigenlijk gereed.

In de loop van de tijd zijn gravure en ets naast elkaar blijven bestaan. De gravure werd tot 1900 meer gebruikt omdat dit de methode was om reproducties van schilderijen en dergelijke (in zwart-wit) te drukken. De ets had meestal de voorkeur als het om "vrije" prenten ging. Zowel Rembrandt als Picasso gebruikten voor hun etsen een techniek die Lucas van Leyden vast nog zou herkennen: aan de basistechniek etsen is niet veel veranderd.

De belangrijkste latere toevoeging aan het etsen is aquatint. In bijna alle moderne etsen is aquatint gebruikt, een methode om licht- en donkergrijze vlakken te maken. De tegenwoordig gebruikte methode werd rond 1750 ontwikkeld en de beroemdste gebruiker is de Spaanse schilder en etser Francisco Goya die er enkele tientallen jaren later enkele series beroemde prenten mee maakte.

Moderne etsen

Er is natuurlijk wel wat veranderd sinds Lucas van Leyden. Aquatint is waarschijnlijk de belangrijkste gevolgd door de kleurenets. Aanvankelijk waren alle etsen in zwart. Als je een andere kleur inkt hebt kun je dezelfde plaat natuurlijk ook in die kleur drukken, maar dat is niet waar het om gaat. Een kleurenets heeft in de afdruk meer dan één kleur. In principe wordt iedere etsplaat met één kleur geïnkt, dus voor een prent in drie kleuren heb drie etsplaten nodig. Het eerste probleem is dan de passing: in een portret moet het rood van de lippen precies op de mond vallen. Moeilijk, maar oplosbaar door nauwkeurig te werken.

Veel moeilijker bleek het probleem dat de inkten geen primaire kleuren zijn en dat de mengkleuren die ontstaan door over elkaar te drukken nooit de gewenste en zelden een mooie kleur geven. Zelfs tegenwoordig met een zeer grote keus aan synthetische pigmenten is dit een probleem en vroeger met alleen een zeer beperkt gamma aan natuurlijke kleurstoffen was het bijna onmogelijk. Maar Hercules Seghers, een tijdgenoot van Rembrandt, heeft er al mee geëxperimenteerd en er zeer fraaie resultaten mee behaald.

Een andere methode om een kleurenets te maken is meer kleuren inkt op één plaat gebruiken bijv. bovenaan rood en onderin blauw en in het midden een overloop in paars. Er kunnen op deze manier hele mooie resultaten worden bereikt, maar het is bijna onmogelijk om twee dezelfde afdrukken te maken.

Jan van Dingenen

OVER COMPUTER TEKENEN

1996 Stilleven met fiets (53K)

Tekst is nog niet gereed